Waar gaan jongeren heen en waar komen ze vandaan?
Dat veel jongeren werktrekken uit de Ommelanden betekent niet per se dat de hele provincie Groningen haar jongeren verliest. Veel jongeren die hier opgroeien vinden namelijk uiteindelijk wel werk in de regio. Voor deze analyse kijken we naar alle Nederlandse personen van 28 jaar oud, die werk hebben. Als we kijken waar zij werken, en waar zij zijn opgegroeid (oftewel: waar zij woonden op 16-jarige leeftijd), ontstaan de volgende ‘heatmaps’: hoe donkerder de kleur, hoe hoger het aantal personen dat in dezelfde regio werkt als waar zij zijn opgegroeid. In de blauwe visualisatie zijn absolute aantallen weergegeven en in de groene de percentages van alle jongeren die in een bepaalde provincie zijn opgegroeid.
De meeste Groningse jongeren vinden werk in de provincie Groningen. Daarna zijn respectievelijk Drenthe, Noord-Holland en Friesland de meest ‘populaire’ bestemmingen. Groningse jongeren zijn het minst geneigd te gaan werken in de zuidelijke provincies, en in Flevoland. Op de heatmap kunnen we ook zien waar jongeren zijn opgegroeid, die op hun 28e in Groningen aan het werk zijn. De grootste groep komt uit Drenthe en Friesland. Opvallend is dat deze stromen van de andere twee Noordelijke provincies naar Groningen groter zijn dan de stromen andersom: er komen meer Friese en Drentse jongeren hiernaartoe, dan dat er Groningse jongeren naar Drenthe en Friesland gaan. Dit hoeft niet per se te zeggen dat deze jongeren ook wonen in de provincie Groningen, maar alleen dat zij werken bij een Gronings bedrijf. Het kan zelfs zijn dat hun daadwerkelijke werklocatie niet in Groningen is, bijvoorbeeld omdat zij bij een andere vestiging dan het Groningse hoofdkantoor werken.
In bovenstaande visualisatie zijn Noord- en Zuid-Holland het meest donker – omdat zij een grotere bevolking hebben. Onderstaande figuur laat daarom zien wat de relatieve binding en uitstroom is uit regio’s, ten opzichte van het totaal aantal opgroeiers in die provincie. Zo zien we dat 75% van de personen die zijn opgegroeid in Groningen en op hun 28e werken, werken in de provincie Groningen zelf. Een kwart van deze groep heeft dus ergens anders werk gevonden. 3,5% werkt in Friesland, 6,7% in Drenthe en 3,6% in Noord-Holland. De overige personen werken verspreid over het hele land.
Als we dat vergelijken met de percentages van andere provincies, zien we dat Groningen daar niet sterk afwijkt van het landelijk gemiddelde. Afgezien van Noord- en Zuid-Holland, waar ongeveer 15% werk vindt in een andere provincie, is de uitstroom uit Groningen vergelijkbaar met veel andere provincies, zoals Utrecht, Friesland en Overijssel. Uit Flevoland en Drenthe vertrekken relatief de meeste jongeren: van de werkende 28-jarigen uit die provincies heeft 1 op de 3 werk gevonden in een andere provincie. Een kanttekening hierbij is dat dit percentage niet per se betrekking heeft op alle opgroeiende jongeren. In deze analyse zijn alleen de werkende 28-jarigen meegenomen. Een deel van hun generatiegenoten kan werkloos zijn, of nog studeren.