In dit onderzoek hebben we onderzocht hoe arbeidsmarktparticipatie, geoperationaliseerd als het hebben van een baan/werk, samenhangen met locatiegebonden kapitaal. Locatiegebonden kapitaal verwijst naar sociale en professionele netwerken, evenals andere vormen van kennis die specifiek aan een bepaalde regio zijn verbonden. Denk hierbij aan kennis over de arbeidsmarkt, bedrijven en organisaties of kennis over de laatste ontwikkelingen in een regio. Locatiegebonden kapitaal is waardevol binnen een specifieke geografische context, zoals een gemeente of regio. Bij een verhuizing blijft dit kapitaal achter en moet het op de nieuwe locatie opnieuw worden opgebouwd. Hoe langer iemand in een bepaalde regio woont, hoe groter doorgaans het locatiegebonden kapitaal is. Daarom wordt verhuisgeschiedenis in dit onderzoek gebruikt als een indicator voor de omvang van het locatiegebonden kapitaal.
Samengevat hebben we personen op basis van hun verhuisgeschiedenis ingedeeld in vijf categorieën: lokale blijvers, regionale blijvers, lokale terugkeerders, regionale terugkeerders en nieuwkomers. Voor deze groepen hebben we arbeidsmarktparticipatie tussen de leeftijden 18 en 28 jaar geanalyseerd om te onderzoeken of blijvers een hogere arbeidsmarktparticipatie hebben dan terugkeerders of nieuwkomers.
Opvallende resultaten
Uit de besproken resultaten blijkt dat lokale en regionale blijvers inderdaad een hogere arbeidsmarktparticipatie hebben dan terugkeerders en nieuwkomers, wat erop wijst dat een lange woongeschiedenis op één locatie voordelen biedt. Ook lokale terugkeerders lijken te kunnen profiteren van eerder opgebouwd kapitaal in hun opgroeigemeente.
Een andere opvallende bevinding is dat mbo-afgestudeerden over het algemeen een hogere arbeidsmarktparticipatie hebben in landelijke gebieden dan in stedelijke gebieden, met uitzondering van regionale terugkeerders. Dit suggereert dat regionale terugkeerders meer voordeel halen uit kapitaal in stedelijke gebieden dan in landelijke gebieden. Voor de andere groepen kan dit betekenen dat een lokaal netwerk in een landelijk gebied meer voordeel oplevert dan in een stedelijk gebied, waar de werkgelegenheid doorgaans minder schaars is.
Daarnaast zijn er duidelijke regionale verschillen zichtbaar. Lokale en regionale blijvers hebben een hogere arbeidsmarktparticipatie in de oostelijke en zuidelijke provincies, terwijl dit voor nieuwkomers in Friesland en Flevoland het geval is. Dit kan erop duiden dat lokaal kapitaal een grotere rol speelt in het oosten en zuiden van Nederland, terwijl in Friesland en Flevoland de toetreding tot de arbeidsmarkt minder afhankelijk is van een bestaand netwerk. Tegelijkertijd kan het ook betekenen dat de arbeidsmarktkansen voor mbo-afgestudeerden sterk variëren per provincie.
Naast woongeschiedenis kunnen ook andere factoren bijdragen aan de omvang van het locatiegebonden kapitaal binnen een specifieke regio. Naast het eigen kapitaal kunnen personen ook profiteren van de netwerken en kennis van anderen, zoals ouders, vrienden en een partner. Dit is met name waardevol wanneer deze personen in dezelfde gemeente of regio wonen, aangezien locatiegebonden kapitaal sterk verbonden is met de geografische omgeving.