Werk van waarde doen klinkt goed. Dat zou iedereen wel willen. Toch staat het met regelmaat op de beleidsagenda, wat uitdrukt dat waardevol werk niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

In het dagelijks taalgebruik staan waarden voor diepere drijfveren, vaak onuitgesproken richtlijnen, oriëntaties of overtuigingen die bepalen hoe iemand de werkelijkheid ervaart en daarin handelt. Zo speelde het Ajax-icoon Johan Cruijff (1947-2016) in het voetbalseizoen 1983-1984 met succes een jaar voor rivaal Feyenoord. Zijn algemeen erkende drijfveer om dit te doen was rancune: het Ajax-bestuur vond hem te oud en te weinig toekomstbestendig om nog van betekenis te kunnen zijn voor de club. Cruijff pakte zijn biezen naar de concurrent om hen het tegendeel in te peperen.

Dit voorbeeld laat zien dat waarden niet per se een positieve bijklank hoeven te hebben. Rancune, maar ook bijvoorbeeld angst en het vermijden van weerstand zijn belangrijke drijfveren voor mensen, maar ze staan niet goed op het cv.

In beleidstaal verbindt men waarde wel als vanzelf met het ‘goede’, en het begrippenapparaat dat daarbij hoort: vooruitgang, verbeteren, omhoog en niet omlaag, leren en ontwikkelen, autonomie, goed leiderschap, vrijheid en samenwerking. In de discussie over werk van waarde zullen we begrippen als wraak, conservatisme, verminderen, dienstbaarheid, gebondenheid en kritiek minder snel in de visiedocumenten, QuickScans en monitors aantreffen.

Kunnen we het begrip ‘waarde’ op een of andere manier verbreden, om meer drijfveren in beeld te krijgen? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid laat zien hoe dat zou kunnen in Het betere werk: de nieuwe maatschappelijke opdracht (2020).  Met het begrip ‘grip’ geeft de WRR een interessante invulling van ‘goed werk’:

Goed werk is grip hebben. Wat is goed werk? Uit de wetenschappelijke literatuur destilleren we drie belangrijke condities voor goed werk (…):

  1. Grip op geld. Goed werk is werk dat voldoende (financiële) zekerheid oplevert, ook in verhouding tot anderen en op de lange termijn.
  2. Grip op het werk. Goed werk is werk met een zekere vrijheid, waarbij een beroep wordt gedaan op onze capaciteiten en goede sociale relaties worden onderhouden.
  3. Grip op het leven. Goed werk is werk met voldoende tijd en ruimte om het te combineren met zorgtaken en een privéleven.

Grip en begrip zijn verwant. Iets begrijpen betekent dan ook er tijdelijk grip op hebben. Taalgebruik zorgt zo voor een zeker evenwicht in onze omgang met verandering. Maar grip brengt ons verder dan de taal: letterlijk iets vastgrijpen is ook een manier om het onder controle te krijgen. ‘Grip’ is dus op zijn minst zowel een fysiek als een mentaal mechanisme.

Ik vermoed dat voor waarden hetzelfde geldt. Hoewel we in beleid waarden dus meestal vertalen naar positief geladen begrippen, is een ‘waardevolle situatie’ net zo goed een situatie waar we tijdelijk fysiek grip op hebben (door de juiste persoon aan de jas vast te houden, of door oogcontact met een ander op het juiste moment te vermijden). En ook de wat meer abstracte waarden die we liever niet laten zien kunnen bepalend zijn voor de eigen koers.

Wat moeten we nu aan met werk van waarde? Om te beginnen zou ik niet blind varen op de wetenschappelijke literatuur om vast te stellen wat voor mensen van waarde is.

Grip krijgen doen we gaandeweg, geleid door toeval, mogelijkheden en capaciteiten. Grip is een ‘emergent’ fenomeen, iets wat al doende ontstaat wanneer mensen-in-ontwikkeling zich staande proberen te houden. Met de tijd vormen zich manieren en patronen om chocolade te maken van de werkelijkheid en jezelf in die werkelijkheid. Waarden zijn dus padafhankelijk. Wil je waarden doorgronden, dan zul je iets van ieders olifantenpaadje boven water moeten zien te krijgen.

En ook deze olifantenpaadjes liggen in een groter landschap. Waarden staan niet los van omstandigheden. Cruijffs rancune komt niet uit de lucht vallen, en is niet goed te begrijpen zonder begrip van zijn persoonlijkheid en levensverhaal, zijn verleden bij Ajax, zijn ambities en zijn mogelijkheden als voetballer. Stel je wilt deze rancune begrijpen en de veteraan-sterspeler Cruijff na 1984 een waardevol werkend leven bezorgen. Enig zicht op de complexiteit die hem heeft gevormd en die hem in het heden parten speelt is dan een vereiste om werk dat voor hem van waarde kan zijn vast te stellen en waar mogelijk te bevorderen.